Aardbei
Ik heb nog nooit van mijn leven aardbeien gegeten die lekkerder waren dan aardbeien uit eigen tuin. Dus ik raad iedereen aan om eens een aardbeienplantje in de tuin te zetten. Je hebt er niet veel ruimte voor nodig, want de planten doen het ook prima in een pot en ze vergen niet veel verzorging. In de winter sterft de plant af, maar het volgende jaar kom ze gewoon weer op, gaar bloeien en geeft weer aardbeien. Na een paar jaar loopt de opbrengst terug, maar dan kun je de uitlopers van de plant stekken of gewoon een nieuwe plant aanschaffen.
Er zijn twee soorten aardbeien: eenmaaldragende rassen en doordragende rassen.
Eenmaaldragende rassen
Enkeldragende rassen geven zo rond eind juni/midden juli één keer een grote hoeveelheid aardbeien, maar de rest van het jaar niets meer. Deze rassen geven meestal grotere aardbeien.
Doordragende rassen
Doordragende rassen geven vanaf juni tot en met september aardbeien, maar meestal wel kleinere aardbeien dan de eenmaaldragende rassen en de opbrengst kan ook minder zijn. Maar je kunt dan wel over een langere periode aardbeien uit eigen tuin eten.
Zaaien
Zaaien doe je vroeg in het jaar. Aardbeien doen er lang over om te kiemen, zelfs als je ze bij kamertemperatuur zaait, en het groeien van de zaailingen duurt ook lang.
Een makkelijkere manier, die ook een grotere kans heeft op succes, is stekken. Geen paniek als je geen aarbeienplant hebt waar je stekken van kunt nemen of als je niemand met aardbeienplanten kent, want stekken zijn tegenwoordig gewoon via internet te koop.
Stekken groeien sneller dan gezaaide planten en ze zullen ook al sneller een goede opbrengst gaan geven.
Als derde optie is er nog het tuincentrum. Tuincentra verkopen vaak rond het voorjaar jonge aardbeienplantjes, die soms zelfs al bloeien.
Er zijn twee soorten aardbeien: eenmaaldragende rassen en doordragende rassen.
Eenmaaldragende rassen
Enkeldragende rassen geven zo rond eind juni/midden juli één keer een grote hoeveelheid aardbeien, maar de rest van het jaar niets meer. Deze rassen geven meestal grotere aardbeien.
Doordragende rassen
Doordragende rassen geven vanaf juni tot en met september aardbeien, maar meestal wel kleinere aardbeien dan de eenmaaldragende rassen en de opbrengst kan ook minder zijn. Maar je kunt dan wel over een langere periode aardbeien uit eigen tuin eten.
Zaaien
Zaaien doe je vroeg in het jaar. Aardbeien doen er lang over om te kiemen, zelfs als je ze bij kamertemperatuur zaait, en het groeien van de zaailingen duurt ook lang.
Een makkelijkere manier, die ook een grotere kans heeft op succes, is stekken. Geen paniek als je geen aarbeienplant hebt waar je stekken van kunt nemen of als je niemand met aardbeienplanten kent, want stekken zijn tegenwoordig gewoon via internet te koop.
Stekken groeien sneller dan gezaaide planten en ze zullen ook al sneller een goede opbrengst gaan geven.
Als derde optie is er nog het tuincentrum. Tuincentra verkopen vaak rond het voorjaar jonge aardbeienplantjes, die soms zelfs al bloeien.
Verdere verzorging
Zorg voor bodembedekking onder de aardbeien, bijvoorbeeld houtsnippers of stro. Dit zorgt er voor dat aardbeien (die op de grond liggen omdat de trossen te zwaar zijn om overeind te houden) opdrogen na regen in plaats van op de vochtige grond blijven liggen. Als ze wel op de vochtige grond blijven liggen, is de kans op schimmel groter.
Na het vormen van de vruchten zal de aardbeienplant uitlopers gaan maken. De plant zal een groot deel van zijn energie steken in de uitlopers in plaats van in de vruchten en de plant zal, als je de uitlopers laat zitten, zo erg woekeren.
Het is dus handig om de uitlopers (mits je die niet wilt gebruiken om te stekken) van de plant af te halen, zodat de plant zijn energie daar niet meer in steekt.
In het eerste jaar zal de plant nog niet zo'n goede opbrengst geven. De beste opbrengst geeft de plant in het tweede jaar. Vanaf het derde jaar zal de opbrengst vervolgens weer teruglopen.
Een manier van telen om elk jaar een goede opbrengst te hebben, is om meerdere soorten aardbeien uit meerdere jaren te hebben staan. Je neemt bijvoorbeeld stekken van een plant die in zijn eerste jaar zit, deze plant je uit. Het volgende jaar zit de eerste plant in zijn tweede jaar en de nieuwe plant in het eerste jaar. Als je dit het daaropvolgende jaar weer doet, heb je altijd een aantal planten dat in het tweede jaar zit en dus een goede opbrengst geeft. De planten in hun eerste of derde jaar zullen die opbrengst dan aanvullen met een minder grote hoeveelheid aardbeien.
Verder bestaat de verzorging uit de normale dingen: wieden en water geven bij droogte.
Nog een klein puntje van aandacht: vogels. Vogels schijnen dol te zijn op aardbeien. In mijn achtertuin heb ik gelukkig nog geen last gehad van aardbei-etende vogels, maar mocht dit wel het geval zijn, is het verstandig om de aardbeien te beschermen met net. (Wel op zo'n manier natuurlijk dat de vogels er niet in blijven vasthangen!).
Oogst
Pluk of knip de rijpe aardbeien van de plant. De aardbeien zijn niet lang houdbaar, eet ze meteen op de dag van plukken. Je kunt ze eventueel ook invriezen, maar dan zijn ze niet lekker meer om zo op te eten. Je kunt ze dan echter nog wel verwerken in gerechten.
Zaadwinst
Zaden winnen van aardbeien is nog al een gepriegel, en ik zou aanraden om gewoon stekken te nemen van de uitlopers. Maar mocht je toch zaden willen verzamelen, kies je een overrijpe aardbei uit en daarvan pulk je met een pincet (of je handen, maar dat is een nog groter gepriegel) de zaden (de gelige pitjes op de 'schil' van de aardbei) eruit. Deze zaden kun je schoonspoelen, laten drogen en daarna opbergen
Aardbeien stekken
Aardbeien stekken is niet moeilijk. Nadat de bloei zal de plant uitlopers gaan maken. Kies de gezondste plant om stekken van te nemen. Vul een potje met grond en zet deze bij de aardbeienplant (je kunt hem een beetje ingraven zodat hij blijft staan). Leg de uitloper (waaraan de stek vastzit, dat is het groepje bladeren op de uitloper) op het potje. De stek zal vanzelf wortels gaan maken en zich zo aan de potgrond hechten. Als de stek voldoende wortels heeft gemaakt (dus goed vastzit in het potje) kun je hem los knippen van de moederplant.
Zet het plantje in de schaduw op een beschutte plek en laat ze doorgroeien tot ze groot genoeg zijn om uitgeplant te worden.
Zodra de planten groot genoeg zijn kunnen ze worden uitgeplant. Zie bovenstaande zaai- en oogsttabel wat de beste tijd is om de stekjes uit te planten. Als je te laat bent met stekken om die plantjes uit te planten kun je ze ook laten overwinteren in de kas en het volgende jaar zo rond maart uitplanten.
Zorg voor bodembedekking onder de aardbeien, bijvoorbeeld houtsnippers of stro. Dit zorgt er voor dat aardbeien (die op de grond liggen omdat de trossen te zwaar zijn om overeind te houden) opdrogen na regen in plaats van op de vochtige grond blijven liggen. Als ze wel op de vochtige grond blijven liggen, is de kans op schimmel groter.
Na het vormen van de vruchten zal de aardbeienplant uitlopers gaan maken. De plant zal een groot deel van zijn energie steken in de uitlopers in plaats van in de vruchten en de plant zal, als je de uitlopers laat zitten, zo erg woekeren.
Het is dus handig om de uitlopers (mits je die niet wilt gebruiken om te stekken) van de plant af te halen, zodat de plant zijn energie daar niet meer in steekt.
In het eerste jaar zal de plant nog niet zo'n goede opbrengst geven. De beste opbrengst geeft de plant in het tweede jaar. Vanaf het derde jaar zal de opbrengst vervolgens weer teruglopen.
Een manier van telen om elk jaar een goede opbrengst te hebben, is om meerdere soorten aardbeien uit meerdere jaren te hebben staan. Je neemt bijvoorbeeld stekken van een plant die in zijn eerste jaar zit, deze plant je uit. Het volgende jaar zit de eerste plant in zijn tweede jaar en de nieuwe plant in het eerste jaar. Als je dit het daaropvolgende jaar weer doet, heb je altijd een aantal planten dat in het tweede jaar zit en dus een goede opbrengst geeft. De planten in hun eerste of derde jaar zullen die opbrengst dan aanvullen met een minder grote hoeveelheid aardbeien.
Verder bestaat de verzorging uit de normale dingen: wieden en water geven bij droogte.
Nog een klein puntje van aandacht: vogels. Vogels schijnen dol te zijn op aardbeien. In mijn achtertuin heb ik gelukkig nog geen last gehad van aardbei-etende vogels, maar mocht dit wel het geval zijn, is het verstandig om de aardbeien te beschermen met net. (Wel op zo'n manier natuurlijk dat de vogels er niet in blijven vasthangen!).
Oogst
Pluk of knip de rijpe aardbeien van de plant. De aardbeien zijn niet lang houdbaar, eet ze meteen op de dag van plukken. Je kunt ze eventueel ook invriezen, maar dan zijn ze niet lekker meer om zo op te eten. Je kunt ze dan echter nog wel verwerken in gerechten.
Zaadwinst
Zaden winnen van aardbeien is nog al een gepriegel, en ik zou aanraden om gewoon stekken te nemen van de uitlopers. Maar mocht je toch zaden willen verzamelen, kies je een overrijpe aardbei uit en daarvan pulk je met een pincet (of je handen, maar dat is een nog groter gepriegel) de zaden (de gelige pitjes op de 'schil' van de aardbei) eruit. Deze zaden kun je schoonspoelen, laten drogen en daarna opbergen
Aardbeien stekken
Aardbeien stekken is niet moeilijk. Nadat de bloei zal de plant uitlopers gaan maken. Kies de gezondste plant om stekken van te nemen. Vul een potje met grond en zet deze bij de aardbeienplant (je kunt hem een beetje ingraven zodat hij blijft staan). Leg de uitloper (waaraan de stek vastzit, dat is het groepje bladeren op de uitloper) op het potje. De stek zal vanzelf wortels gaan maken en zich zo aan de potgrond hechten. Als de stek voldoende wortels heeft gemaakt (dus goed vastzit in het potje) kun je hem los knippen van de moederplant.
Zet het plantje in de schaduw op een beschutte plek en laat ze doorgroeien tot ze groot genoeg zijn om uitgeplant te worden.
Zodra de planten groot genoeg zijn kunnen ze worden uitgeplant. Zie bovenstaande zaai- en oogsttabel wat de beste tijd is om de stekjes uit te planten. Als je te laat bent met stekken om die plantjes uit te planten kun je ze ook laten overwinteren in de kas en het volgende jaar zo rond maart uitplanten.