Planten vermeerderen zonder zaaien
Een van de bekendste methodes om planten zonder zaaien te vermeerderen is stekken. In het kort: je neemt een deel van een plant, dit deel ontwikkelt wortels en uiteindelijk groeit het weer uit tot een nieuwe plant. Hieronder een materiaallijst en een stappenplan verduidelijkt met afbeeldingen over hoe je planten stekt.
Benodigdheden
- Potgrond of stekgrond
- Grof zand of cocopeat aarde (als je potgrond gebruikt i.p.v. stekgrond)
- Mesje en/of (snoei)schaar
- Potjes
- Een bakje water
- Een gieter (met water ;-) )
- Optioneel: stekpoeder (of wilgenwater*)
*zie het kopje wilgenwater onderaan deze pagina.
- Potgrond of stekgrond
- Grof zand of cocopeat aarde (als je potgrond gebruikt i.p.v. stekgrond)
- Mesje en/of (snoei)schaar
- Potjes
- Een bakje water
- Een gieter (met water ;-) )
- Optioneel: stekpoeder (of wilgenwater*)
*zie het kopje wilgenwater onderaan deze pagina.
Stappenplan
1. Vul een beker of vaasje of wat anders (als je er maar een stekje in kan zetten) met water.
2. Kies het deel van de plant dat je wilt stekken, wat dat deel is hangt af van de plant.
Enkele voorbeelden daarvan zijn:
- Scheuten zijn van zo'n 10 cm (met de top er nog in),
Dit gebruik je bij bijvoorbeeld kruidachtige planten.
- De top van de plant
Bij netels (brandnetels, dovenetels en siernetels)
- Dieven (takken uit de 'oksels' van de plant)
Bij bijvoorbeeld tomaten kun je de dieven van de plant
3. Knip of snij het deel wat je wilt stekken af, zet het afgeknipte meteen in het bekertje water en haal de onderste bladeren er af (let op: laat minimaal 1/3 deel van de bladeren zitten!). Zorg dat er geen blaadjes in het water hangen.
4a. Vul een potje met stekgrond of potgrond gemengd met eenderde deel cocopeat of zand.
Doop het stekje eventueel in wat stekpoeder (optioneel)
Zet het stekje in de aarde, druk de aarde goed aan en geef het flink water. Houd het potje goed vochtig tot het stekje wortels heeft gemaakt. Het stekje mag absoluut niet droog komen te staan!
4b. Je hoeft het stekje nog niet meteen in een potje te zetten. Je kunt het stekje ook in het water laten staan tot het wortels heeft. Pot het dan over naar een potje, zoals in stap 4a.
1. Vul een beker of vaasje of wat anders (als je er maar een stekje in kan zetten) met water.
2. Kies het deel van de plant dat je wilt stekken, wat dat deel is hangt af van de plant.
Enkele voorbeelden daarvan zijn:
- Scheuten zijn van zo'n 10 cm (met de top er nog in),
Dit gebruik je bij bijvoorbeeld kruidachtige planten.
- De top van de plant
Bij netels (brandnetels, dovenetels en siernetels)
- Dieven (takken uit de 'oksels' van de plant)
Bij bijvoorbeeld tomaten kun je de dieven van de plant
3. Knip of snij het deel wat je wilt stekken af, zet het afgeknipte meteen in het bekertje water en haal de onderste bladeren er af (let op: laat minimaal 1/3 deel van de bladeren zitten!). Zorg dat er geen blaadjes in het water hangen.
4a. Vul een potje met stekgrond of potgrond gemengd met eenderde deel cocopeat of zand.
Doop het stekje eventueel in wat stekpoeder (optioneel)
Zet het stekje in de aarde, druk de aarde goed aan en geef het flink water. Houd het potje goed vochtig tot het stekje wortels heeft gemaakt. Het stekje mag absoluut niet droog komen te staan!
4b. Je hoeft het stekje nog niet meteen in een potje te zetten. Je kunt het stekje ook in het water laten staan tot het wortels heeft. Pot het dan over naar een potje, zoals in stap 4a.
Wilgenwater
Een kleine tip bij het stekken: wilgenwater. Wilgen bevatten de stof auxine, deze stof zorgt er voor dat wilgen zo snel wortelen. Bij het maken van wilgenwater komen deze stoffen in het water. Als je je stekken water geeft met dit wilgenwater, neme zij die auxine op en zullen dan sneller wortels maken.
Een kleine tip bij het stekken: wilgenwater. Wilgen bevatten de stof auxine, deze stof zorgt er voor dat wilgen zo snel wortelen. Bij het maken van wilgenwater komen deze stoffen in het water. Als je je stekken water geeft met dit wilgenwater, neme zij die auxine op en zullen dan sneller wortels maken.
Hoe maak je wilgenwater?
Wilgenwater is een soort thee van wilgen. Het is heel simpel thuis te maken. Je hebt jonge, dunne, het liefst buigbare wilgentakken nodig. Dit kan van elke soort wilg zijn. Haal de blaadjes van de tak en knip de tak in kleine stukjes (zo'n 1 tot 2 cm lang). Kook wat water (gewoon simpel en snel in een waterkoker bijvoorbeeld). Doe de wilgentakstukjes in een hittebestendige kom/beker/net-wat-je-makkelijk-vindt. Giet het kokende water eroverheen. Laat het zo trekken tot het afgekoeld is (ik raad aan het af te dekken zodat eventuele handige stoffen niet verdampen). Zeef na het afkoelen de wilgentakstukjes eruit. Nu kun je de stekjes in dit wilgenwater zetten of de stekjes in de potjes water geven met het wilgenwater.
Wilgenwater is een soort thee van wilgen. Het is heel simpel thuis te maken. Je hebt jonge, dunne, het liefst buigbare wilgentakken nodig. Dit kan van elke soort wilg zijn. Haal de blaadjes van de tak en knip de tak in kleine stukjes (zo'n 1 tot 2 cm lang). Kook wat water (gewoon simpel en snel in een waterkoker bijvoorbeeld). Doe de wilgentakstukjes in een hittebestendige kom/beker/net-wat-je-makkelijk-vindt. Giet het kokende water eroverheen. Laat het zo trekken tot het afgekoeld is (ik raad aan het af te dekken zodat eventuele handige stoffen niet verdampen). Zeef na het afkoelen de wilgentakstukjes eruit. Nu kun je de stekjes in dit wilgenwater zetten of de stekjes in de potjes water geven met het wilgenwater.