Een moestuin beginnen
Het lijkt in eerste instantie moeilijk om te beginnen met een moestuin, maar als je bij het begin begint, valt het best mee. Begin klein, met makkelijke groenten en zodra je de smaak een beetje te pakken hebt kun je uit gaan breiden. Hoe je kunt beginnen met een moestuin en hoe je het aan kunt pakken, dat zal ik hier uitleggen.
Het begin - een plek kiezen
Zoals al eerder gezegd: begin bij het begin. Maar wat is dat begin dan? Het begin is een plek zoeken voor een moestuin. Dit kan eigenlijk overal zijn. Je hebt voor een moestuin niet altijd een groot oppervlak nodig, wel als je helemaal zelfvoorzienend wil zijn, maar voor het begin is één tot enkele vierkante meters grond ruim voldoende. En denk niet altijd aan de grond, er zijn ook mogelijkheden tot verticaal tuinieren, tuinieren in potten (bijvoorbeeld op balkons) en sommige groenten (vooral kruiden) kunnen ook in een vensterbank gekweekt worden.
De beste plek is in de zon, een moestuin levert de beste opbrengst als het stukje tuin waar de moestuin komt minstens vijf tot zes uur direct zonlicht per dag krijgt. De grond moet goed gedraineerd zijn, dit houdt in dat het water goed weg moet kunnen. Als dit niet het geval is, en het regent hard, blijft de grond te nat en kunnen de planten(wortels) gaan rotten. Als er te veel water wegloopt, wordt de grond te droog en kunnen de planten een tekort aan water krijgen.
Ook vinden de planten het fijn als de plek een beetje uit de wind ligt.
Mocht het zo zijn dat je deze omstandigheden niet kunt bieden, kun je de omstandigheden gelukkig meestal wel iets verbeteren.
Als er te weinig zon is, kun je hier niet zo veel aan doen als de schaduw veroorzaakt wordt door een gebouw. Als de schaduw veroozaakt wordt door een grote struik of boom, kun je er voor kiezen om deze een beetje te snoeien. Mocht er echt niets aan te doen zijn, kun je de groenten die je wilt telen hier op aan passen. Zo kunnen bladgewassen zoals sla, andijvie en spinazie best overleven met wat minder zon. Ze zullen alleen minder snel groeien en misschien wat minder groot worden.
Planten waarvan de vruchten rijpen door zonlicht, zoals tomaten of aardbeien het heel wat minder goed doen. Zonder zonlicht zullen de vruchten niet of nauwelijks rijp worden en dus oneetbaar (of niet lekker) blijven.
Aan de grond valt ook heel makkelijk het een en ander te verbeteren. Als de drainage slecht is, bijvoorbeeld op (zware) kleigrond, kun je de grond mengen met turf, humus of compost. Dit zorgt er voor dat de grond luchtiger wordt, en het water dus beter doorlaat.
Als de grond juist een té goede drainage heeft en al het water vrijwel direct wegloopt, kun je humus toevoegen, dit houdt vocht vast en zal er voor zorgen dat de grond minder snel uitdroogt.
Mocht je geen mogelijkheid hebben om de grond te verbeteren, dan kun je ook verhoogde bakken maken. Deze vul je dan met een zelf samengesteld grondmengsel.
Zoals al eerder gezegd: begin bij het begin. Maar wat is dat begin dan? Het begin is een plek zoeken voor een moestuin. Dit kan eigenlijk overal zijn. Je hebt voor een moestuin niet altijd een groot oppervlak nodig, wel als je helemaal zelfvoorzienend wil zijn, maar voor het begin is één tot enkele vierkante meters grond ruim voldoende. En denk niet altijd aan de grond, er zijn ook mogelijkheden tot verticaal tuinieren, tuinieren in potten (bijvoorbeeld op balkons) en sommige groenten (vooral kruiden) kunnen ook in een vensterbank gekweekt worden.
De beste plek is in de zon, een moestuin levert de beste opbrengst als het stukje tuin waar de moestuin komt minstens vijf tot zes uur direct zonlicht per dag krijgt. De grond moet goed gedraineerd zijn, dit houdt in dat het water goed weg moet kunnen. Als dit niet het geval is, en het regent hard, blijft de grond te nat en kunnen de planten(wortels) gaan rotten. Als er te veel water wegloopt, wordt de grond te droog en kunnen de planten een tekort aan water krijgen.
Ook vinden de planten het fijn als de plek een beetje uit de wind ligt.
Mocht het zo zijn dat je deze omstandigheden niet kunt bieden, kun je de omstandigheden gelukkig meestal wel iets verbeteren.
Als er te weinig zon is, kun je hier niet zo veel aan doen als de schaduw veroorzaakt wordt door een gebouw. Als de schaduw veroozaakt wordt door een grote struik of boom, kun je er voor kiezen om deze een beetje te snoeien. Mocht er echt niets aan te doen zijn, kun je de groenten die je wilt telen hier op aan passen. Zo kunnen bladgewassen zoals sla, andijvie en spinazie best overleven met wat minder zon. Ze zullen alleen minder snel groeien en misschien wat minder groot worden.
Planten waarvan de vruchten rijpen door zonlicht, zoals tomaten of aardbeien het heel wat minder goed doen. Zonder zonlicht zullen de vruchten niet of nauwelijks rijp worden en dus oneetbaar (of niet lekker) blijven.
Aan de grond valt ook heel makkelijk het een en ander te verbeteren. Als de drainage slecht is, bijvoorbeeld op (zware) kleigrond, kun je de grond mengen met turf, humus of compost. Dit zorgt er voor dat de grond luchtiger wordt, en het water dus beter doorlaat.
Als de grond juist een té goede drainage heeft en al het water vrijwel direct wegloopt, kun je humus toevoegen, dit houdt vocht vast en zal er voor zorgen dat de grond minder snel uitdroogt.
Mocht je geen mogelijkheid hebben om de grond te verbeteren, dan kun je ook verhoogde bakken maken. Deze vul je dan met een zelf samengesteld grondmengsel.
Het juiste gereedschap
Je hebt niet veel gereedschap nodig voor een kleine moestuin. Als je het straks groots aan wilt pakken dan zul je wat meer nodig hebben, maar voorlopig red je het met onderstaande voorwerpen prima:
Een schaar, een snoeischaar, touw, een schepje, een harkje en een gieter of tuinslang met sproeikop (De gieter mag natuurlijk groter zijn dan op onderstaande foto).
Je hebt niet veel gereedschap nodig voor een kleine moestuin. Als je het straks groots aan wilt pakken dan zul je wat meer nodig hebben, maar voorlopig red je het met onderstaande voorwerpen prima:
Een schaar, een snoeischaar, touw, een schepje, een harkje en een gieter of tuinslang met sproeikop (De gieter mag natuurlijk groter zijn dan op onderstaande foto).
De moestuin voorbereiden
Maak de grond goed los door deze om te spitten. Hiermee haal je de onderste grond naar boven en maak je de grond goed los. Vooral gewassen die een uitgebreid wortelstel maken of waarvan je de wortel eet (zoals worteltjes) verlangen een goed losgemaakte grond, maar andere soorten gewassen vinden dit ook prettig. Het kan nodig zijn om de grond te bemesten. Sommige gronden zijn van zichzelf vruchtbaarder (bijvoorbeeld klei-achtige grond) dan andere grondsoorten (zoals zandgrond). De hoeveelheid en soort mest hangt af van de soort groenten en fruit die je wilt telen. Ik raad je aan om (in ieder geval in het eerste jaar) gewoon algemene moestuinmest te kopen. Hier zitten alle stoffen in die de planten nodig hebben om te groeien, en vaak staat op de verpakking hoeveel gram per vierkante meter mest je moet uitstrooien per gewassensoort. Als je eenmaal een beetje thuis bent in het moestuinieren kun je per groentensoort aparte mest gebruiken, maar mijn ervaring is dat algemene moestuinmest prima werkt. |
De moestuinplanning
De moestuin is nu voorbereid, dus is het tijd om te beginnen met het echte werk: de moestuin vullen met groenten, fruit en kruiden.
Voor het maken van een indeling moet je met een paar dingen rekening houden, zoals de zonbehoefte van planten. Gewassen waarvan de vruchten moeten rijpen in de zon, tomaten bijvoorbeeld, verlangen de hele dag zon. Komkommers bijvoorbeeld ook, omdat dit een plant is uit een klimaat dat warmer is dan het klimaat in Nederland.
Gewassen zoals sla daarentegen vinden het niet zo erg om niet zo veel direct zonlicht te krijgen. Zij nemen ook genoeg met een iets schaduwrijker plaatsje.
Als je hebt uitgevogeld welke groenten waar willen staan, is het puzzelen met de vruchtwisseling. Vruchtwisseling houdt in dat je op een bepaald stukje grond ieder jaar een ander soort groenten teelt. Als je bijvoorbeeld in moestuinjaar één op een stukje grond vruchtgewassen hebt geteeld, teel je daar volgend jaar geen vruchtgewassen, maar bijvoorbeeld peulgewassen. Als je op een stuk land steeds dezelfde soort gewassen teelt, loopt de oogst van die gewassen elk jaar terug.
Als je een kleine moestuin hebt, kun je hier geen rekening mee houden, want er is te weinig ruimte voor. Je kunt het probleem van de teruglopende oogst dan oplossen door door middel van mest er voor te zorgen dat de grond vruchtbaar blijft.
Als je echter een grotere moestuin hebt, kun je de tuin opdelen in verschillende 'bedden'. Dan kun je in elk bed een ander soort gewas telen. Het volgende jaar schuift ieder soort gewas een bedje door.
Je hoeft echt geen perfect uitgedachte en op de millimeter uitgemeten planning te hebben, dat heb ik ook nooit gehad en mijn moestuin heeft altijd een prima oogst gegeven (als je het handig vindt kun je natuurlijk wel altijd een planning maken).
Ik heb dit jaar wel een planning gemaakt. Dit heb ik gedaan omdat ik ben begonnen met square foot gardening. Dit houdt in dat je de moestuin opdeelt in vakken van 30 x 30 cm en daar plant je dan een aantal gewassen in, afhankelijk van de grootte van de gewassen. Om een mooi overzicht te houden van waar ik alles uit ging planten, heb ik een overzicht gemaakt van waar alles komt en hoeveel gewassen ik per vakje zet.
Je kunt deze overzichten gewoon in excel maken, maar voor square-foot-gardening planningen vind ik deze site erg handig.
De moestuin is nu voorbereid, dus is het tijd om te beginnen met het echte werk: de moestuin vullen met groenten, fruit en kruiden.
Voor het maken van een indeling moet je met een paar dingen rekening houden, zoals de zonbehoefte van planten. Gewassen waarvan de vruchten moeten rijpen in de zon, tomaten bijvoorbeeld, verlangen de hele dag zon. Komkommers bijvoorbeeld ook, omdat dit een plant is uit een klimaat dat warmer is dan het klimaat in Nederland.
Gewassen zoals sla daarentegen vinden het niet zo erg om niet zo veel direct zonlicht te krijgen. Zij nemen ook genoeg met een iets schaduwrijker plaatsje.
Als je hebt uitgevogeld welke groenten waar willen staan, is het puzzelen met de vruchtwisseling. Vruchtwisseling houdt in dat je op een bepaald stukje grond ieder jaar een ander soort groenten teelt. Als je bijvoorbeeld in moestuinjaar één op een stukje grond vruchtgewassen hebt geteeld, teel je daar volgend jaar geen vruchtgewassen, maar bijvoorbeeld peulgewassen. Als je op een stuk land steeds dezelfde soort gewassen teelt, loopt de oogst van die gewassen elk jaar terug.
Als je een kleine moestuin hebt, kun je hier geen rekening mee houden, want er is te weinig ruimte voor. Je kunt het probleem van de teruglopende oogst dan oplossen door door middel van mest er voor te zorgen dat de grond vruchtbaar blijft.
Als je echter een grotere moestuin hebt, kun je de tuin opdelen in verschillende 'bedden'. Dan kun je in elk bed een ander soort gewas telen. Het volgende jaar schuift ieder soort gewas een bedje door.
Je hoeft echt geen perfect uitgedachte en op de millimeter uitgemeten planning te hebben, dat heb ik ook nooit gehad en mijn moestuin heeft altijd een prima oogst gegeven (als je het handig vindt kun je natuurlijk wel altijd een planning maken).
Ik heb dit jaar wel een planning gemaakt. Dit heb ik gedaan omdat ik ben begonnen met square foot gardening. Dit houdt in dat je de moestuin opdeelt in vakken van 30 x 30 cm en daar plant je dan een aantal gewassen in, afhankelijk van de grootte van de gewassen. Om een mooi overzicht te houden van waar ik alles uit ging planten, heb ik een overzicht gemaakt van waar alles komt en hoeveel gewassen ik per vakje zet.
Je kunt deze overzichten gewoon in excel maken, maar voor square-foot-gardening planningen vind ik deze site erg handig.
De plantjes in de moestuin zetten
Als je een plan hebt (of in ieder geval een idee welke planten de zonnigste plekjes moeten krijgen) is het tijd om de plantjes in de tuin te zetten. Je kunt de plantjes zelf opkweken vanuit zaad, maar de meeste tuincentra verkopen vanaf het voorjaar ook vaak al voorgekweekte plantjes.
Allebei de manieren hebben zo hun voor- en nadelen. Zelf zaaien is goedkoper en ik vind het persoonlijk erg mooi om te zien hoe zo'n zaadje kan uitgroeien tot een grote plant. Het nadeel is dat sommige planten erg lastig op te kweken zijn.
Plantjes kopen is duurder, maar de planten hebben wel al een voorsprong en ook lastig op te kweken planten kun je zo in je moestuin zetten.
Sinds dit jaar heb ik alle plantjes zelf gezaaid, maar voorgaande jaren heb ik sommige planten gekocht bij het tuincentrum en andere opkweekt vanuit zaden.
Hieronder volgt een lijstje van makkelijke moestuingroenten die makkelijk te kweken en te verzorgen zijn:
Sla
Een bladgewas. Sla doet het prima in de halfschaduw. Het is een plantje dat vrij makkelijk zelf uit zaad op te kweken is. Je kunt haar ter plekke zaaien, maar ook binnen in potjes in de vensterbank. Jonge plantjes zijn ook vaak te koop in tuincentra. Als de plantjes groot genoeg zijn kun je ze uitplanten in te tuin. Bescherm ze wel een beetje tegen slakken, want die zijn dol op sla.
Klik hier voor meer informatie over ijsbergsla
Radijs
Over het algemeen zijn koolsoorten lastige planten, maar radijsjes vormen de uitzondering. Ze kunnen ter plekke gezaaid worden in rijtjes (het is onnodig om ze voor te zaaien en ik kan me ook niet herinneren dat ik ze ooit als jonge plantjes in het tuincentrum heb gezien). De zaden kiemen snel en groeien doen ze als kool ;). Na enkele weken kan er al geoogst worden. Ze hebben niet veel verzorging nodig. Radijsjes kunnen zowel in de zon als in de halfschaduw worden geteeld.
Klik hier voor meer informatie over radijsjes
Rucola
Een snelgroeiend gewas. Ook een bladgewas, net als sla. Ook deze plant vindt het niet erg om in de halfschaduw te staan. Ze gaat wel vrij snel bloeien, vooral in het voorjaar en de zomer, maar omdat ze zo snel groeit kun je gewoon steeds als ze begint met bloeien een nieuw rijtje rucola zaaien. Je kunt hiervan plantjes in het tuincentrum kopen, maar het is niet moeilijk om haar uit zaden op te kweken, dus ik zou voor deze optie gaan.
Klik hier voor meer informatie over rucola
Worteltjes
Ook hiervan heb ik plantjes zien staan in het tuincentrum, maar ik vind het makkelijker om gewoon een rijtje worteltjes te zaaien. Ook deze plantjes hebben, vooral als ze nog jonger zijn, wel wat bescherming nodig tegen slakken. Deze groenten kunnen in de zon, maar ook in de halfschaduw worden geteeld.
Klik hier voor meer informatie over wortels
Bietjes/krootjes
Simpele groenten die niet veel aandacht vragen. Bietjes worden ook wel krootjes genoemd. Ze doen het goed in de volle zon, maar kunnen ook in de halfschaduw worden geteeld. Bietjes worden als jonge plantjes in tuincentra verkocht, maar ze zijn ook heel goed zelf te zaaien.
Klik hier voor meer informatie over bietjes
Peulgewassen: erwten, bonen en peultjes
Alledrie makkelijke groenten die snel groeien. Ze zijn er in allerlei varianten, hoge, middelhoge en lage. Het hangt af van de omstandigheden die je kunt bieden welke hoogte je kiest. De middelhoge en hoge soorten hebben wel iets nodig om tegenaan te kunnen klimmen. De lage soorten kunnen zelfstandig blijven staan. Alle bovengenoemde peulgewassen vragen niet veel verzorging. Een zonnig plekje vinden ze fijn, maar als ze een paar uur per dag in de schaduw staan zullen ze ook nog een goede oogst geven.
Ik kan me niet herinneren dat ik hier ooit jonge plantjes van heb zien staan in het tuincentrum, dus je zult ze wel zelf moeten zaaien. Dit is echter goed te doen. Je kunt ze binnen in de vensterbank zaaien, maar ook ter plaatse.
Klik hier voor meer informatie over bonen
Klik hier voor meer informatie over erwten & peultjes
Komkommer (en augurk)
Deze planten kun je laten kruipen of laten klimmen. Voor een kleine moestuin is het handig om de planten te laten klimmen, want de planten worden nogal groot. Deze planten hebben een plekje in de volle zon nodig, want ze komen oorspronkelijk uit landen met een warmer klimaat dan Nederland. Ze groeien snel en geven veel oogst. Hiervan zijn plantjes te koop in het tuincentrum, maar je kunt ze ook vroeg in het jaar binnen opkweken. Dan moet je daar natuurlijk wel de ruimte voor hebben. Het hele verhaaltje hierboven geldt ook voor augurken. (Houd er bij augurken wel rekening mee dat ze niet lekker zijn om zo te eten, maar dat je ze zult moeten inmaken of er iets anders mee bereiden, bij komkommers hoeft dit niet, die zijn onbereid ook heel lekker).
Klik hier voor meer informatie over komkommers
Tomaten
Deze planten zijn de lastigste van dit rijtje. Niet zo zeer omdat ze lastig op te kweken zijn, maar omdat de planten snel groeien en veel blad maken. Snoeien is dus wel een noodzakelijk puntje. Tomaten verlangen een plekje in het volle zon, omdat de tomaten zon nodig hebben om te rijpen. Er zijn jonge plantjes te koop in het tuincentrum, maar je kunt ze ook zelf opkweken. Je moet ze dan al vroeg in het jaar binnen zaaien, dus je moet er wel de ruimte voor hebben in de vensterbank.
Klik hier voor meer informatie over tomaten
Kruiden
Kruiden verlangen over het algemeen een plekje in de zon, maar zijn over het algemeen makkelijk. Je kunt kruiden zelf opkweken vanuit zaad, maar tuincentra verkopen vaak ook kleine kruidenplantjes. Als je deze uitplant in de tuin zullen ze verder groeien en kun je genoeg oogsten om vers in de keuken te gebruiken.
Klik hier voor meer informatie over kruiden
Als je een plan hebt (of in ieder geval een idee welke planten de zonnigste plekjes moeten krijgen) is het tijd om de plantjes in de tuin te zetten. Je kunt de plantjes zelf opkweken vanuit zaad, maar de meeste tuincentra verkopen vanaf het voorjaar ook vaak al voorgekweekte plantjes.
Allebei de manieren hebben zo hun voor- en nadelen. Zelf zaaien is goedkoper en ik vind het persoonlijk erg mooi om te zien hoe zo'n zaadje kan uitgroeien tot een grote plant. Het nadeel is dat sommige planten erg lastig op te kweken zijn.
Plantjes kopen is duurder, maar de planten hebben wel al een voorsprong en ook lastig op te kweken planten kun je zo in je moestuin zetten.
Sinds dit jaar heb ik alle plantjes zelf gezaaid, maar voorgaande jaren heb ik sommige planten gekocht bij het tuincentrum en andere opkweekt vanuit zaden.
Hieronder volgt een lijstje van makkelijke moestuingroenten die makkelijk te kweken en te verzorgen zijn:
Sla
Een bladgewas. Sla doet het prima in de halfschaduw. Het is een plantje dat vrij makkelijk zelf uit zaad op te kweken is. Je kunt haar ter plekke zaaien, maar ook binnen in potjes in de vensterbank. Jonge plantjes zijn ook vaak te koop in tuincentra. Als de plantjes groot genoeg zijn kun je ze uitplanten in te tuin. Bescherm ze wel een beetje tegen slakken, want die zijn dol op sla.
Klik hier voor meer informatie over ijsbergsla
Radijs
Over het algemeen zijn koolsoorten lastige planten, maar radijsjes vormen de uitzondering. Ze kunnen ter plekke gezaaid worden in rijtjes (het is onnodig om ze voor te zaaien en ik kan me ook niet herinneren dat ik ze ooit als jonge plantjes in het tuincentrum heb gezien). De zaden kiemen snel en groeien doen ze als kool ;). Na enkele weken kan er al geoogst worden. Ze hebben niet veel verzorging nodig. Radijsjes kunnen zowel in de zon als in de halfschaduw worden geteeld.
Klik hier voor meer informatie over radijsjes
Rucola
Een snelgroeiend gewas. Ook een bladgewas, net als sla. Ook deze plant vindt het niet erg om in de halfschaduw te staan. Ze gaat wel vrij snel bloeien, vooral in het voorjaar en de zomer, maar omdat ze zo snel groeit kun je gewoon steeds als ze begint met bloeien een nieuw rijtje rucola zaaien. Je kunt hiervan plantjes in het tuincentrum kopen, maar het is niet moeilijk om haar uit zaden op te kweken, dus ik zou voor deze optie gaan.
Klik hier voor meer informatie over rucola
Worteltjes
Ook hiervan heb ik plantjes zien staan in het tuincentrum, maar ik vind het makkelijker om gewoon een rijtje worteltjes te zaaien. Ook deze plantjes hebben, vooral als ze nog jonger zijn, wel wat bescherming nodig tegen slakken. Deze groenten kunnen in de zon, maar ook in de halfschaduw worden geteeld.
Klik hier voor meer informatie over wortels
Bietjes/krootjes
Simpele groenten die niet veel aandacht vragen. Bietjes worden ook wel krootjes genoemd. Ze doen het goed in de volle zon, maar kunnen ook in de halfschaduw worden geteeld. Bietjes worden als jonge plantjes in tuincentra verkocht, maar ze zijn ook heel goed zelf te zaaien.
Klik hier voor meer informatie over bietjes
Peulgewassen: erwten, bonen en peultjes
Alledrie makkelijke groenten die snel groeien. Ze zijn er in allerlei varianten, hoge, middelhoge en lage. Het hangt af van de omstandigheden die je kunt bieden welke hoogte je kiest. De middelhoge en hoge soorten hebben wel iets nodig om tegenaan te kunnen klimmen. De lage soorten kunnen zelfstandig blijven staan. Alle bovengenoemde peulgewassen vragen niet veel verzorging. Een zonnig plekje vinden ze fijn, maar als ze een paar uur per dag in de schaduw staan zullen ze ook nog een goede oogst geven.
Ik kan me niet herinneren dat ik hier ooit jonge plantjes van heb zien staan in het tuincentrum, dus je zult ze wel zelf moeten zaaien. Dit is echter goed te doen. Je kunt ze binnen in de vensterbank zaaien, maar ook ter plaatse.
Klik hier voor meer informatie over bonen
Klik hier voor meer informatie over erwten & peultjes
Komkommer (en augurk)
Deze planten kun je laten kruipen of laten klimmen. Voor een kleine moestuin is het handig om de planten te laten klimmen, want de planten worden nogal groot. Deze planten hebben een plekje in de volle zon nodig, want ze komen oorspronkelijk uit landen met een warmer klimaat dan Nederland. Ze groeien snel en geven veel oogst. Hiervan zijn plantjes te koop in het tuincentrum, maar je kunt ze ook vroeg in het jaar binnen opkweken. Dan moet je daar natuurlijk wel de ruimte voor hebben. Het hele verhaaltje hierboven geldt ook voor augurken. (Houd er bij augurken wel rekening mee dat ze niet lekker zijn om zo te eten, maar dat je ze zult moeten inmaken of er iets anders mee bereiden, bij komkommers hoeft dit niet, die zijn onbereid ook heel lekker).
Klik hier voor meer informatie over komkommers
Tomaten
Deze planten zijn de lastigste van dit rijtje. Niet zo zeer omdat ze lastig op te kweken zijn, maar omdat de planten snel groeien en veel blad maken. Snoeien is dus wel een noodzakelijk puntje. Tomaten verlangen een plekje in het volle zon, omdat de tomaten zon nodig hebben om te rijpen. Er zijn jonge plantjes te koop in het tuincentrum, maar je kunt ze ook zelf opkweken. Je moet ze dan al vroeg in het jaar binnen zaaien, dus je moet er wel de ruimte voor hebben in de vensterbank.
Klik hier voor meer informatie over tomaten
Kruiden
Kruiden verlangen over het algemeen een plekje in de zon, maar zijn over het algemeen makkelijk. Je kunt kruiden zelf opkweken vanuit zaad, maar tuincentra verkopen vaak ook kleine kruidenplantjes. Als je deze uitplant in de tuin zullen ze verder groeien en kun je genoeg oogsten om vers in de keuken te gebruiken.
Klik hier voor meer informatie over kruiden
En dan nu genieten
Na dat alles is opgekweekt en uitgeplant is het tijd om de plantjes te verzorgen en te genieten van de moestuin. Al het harde werken zal uiteindelijk beloond worden met heerlijke groenten, fruit en kruiden, allemaal vers uit eigen tuin.
Na dat alles is opgekweekt en uitgeplant is het tijd om de plantjes te verzorgen en te genieten van de moestuin. Al het harde werken zal uiteindelijk beloond worden met heerlijke groenten, fruit en kruiden, allemaal vers uit eigen tuin.